Elke belastingplichtige mag de kosten die hij gemaakt heeft om zijn beroepsactiviteit uit te oefenen, de zogenaamde beroepskosten, inbrengen in de belastingen. Dit geldt voor zelfstandigen, bedrijfsleiders, maar ook voor loontrekkenden.
Er zijn 2 manieren om die beroepskosten af te trekken. Ofwel doe je niets, en dan wordt er automatisch een forfaitair bedrag afgetrokken van jouw inkomen.
Wanneer je denkt dat jouw werkelijke kosten hoger liggen dan dit forfaitair bedrag, kan het interessant zijn om jouw werkelijke kosten in te brengen. In dat geval moet je van elke uitgave ook een bewijs kunnen leveren: facturen, kasticketjes, restaurantbonnetjes, …
Hoeveel bedraagt dit forfait dan?
Het kostenforfait werd dit voor aanslagjaar 2019 gevoelig verhoogd. Voor aanslagjaar 2018 werd het forfait nog in schijven werd berekend. Het maximum forfait bedroeg 4.320 EUR, een bedrag dat pas werd bereikt vanaf een brutoloon van 35.113,17 EUR.
In 2019 werd niet enkel het maximum bedrag geïndexeerd naar 4.720 EUR, maar gebeurt ook de berekening niet langer in schijven. Het forfaitair kostenpercentage voor loontrekkenden en zelfstandigen bedraagt 30% van de bruto belastbare bezoldiging. Hierdoor wordt het maximum forfait reeds bereikt vanaf 15.733,32 EUR bruto.
Woon je op meer dan 75km afstand van de plaats van tewerkstelling, dan kan je nog een bijkomend forfait krijgen tussen 75 en 175 EUR, afhankelijk van de afstand.
En wat met het bewijzen van de werkelijke kosten?
In plaats van gebruik te maken van het forfait mag je dus ook jouw werkelijke beroepskosten bewijzen.
Welke kosten komen hiervoor nu in aanmerking?
- Voor woon-werkverkeer met de auto mag je 0,15
EUR/km inbrengen. Dit kan ook wanneer je een bedrijfswagen hebt, mits je het
voordeel alle aard in rekening brengt.
Ga je met de moto naar het werk, of gebruik je een lichte vracht, dan kan je ook alle kosten in aftrek nemen als je dat wil. Hierin zijn o.a. begrepen: aankoop, verkeersbelasting, verzekering, onderhoud, intresten, brandstof,…
Fiets je naar het werk, dan is het bedrag dat je mag aftrekken 0,23 EUR/km; - Voor beroepsverplaatsingen met de eigen wagen geldt het forfaitair bedrag niet, maar moet je de kosten en kilometers kunnen bewijzen. Het percentage van deze kosten dat je kan inbrengen hangt af van de CO2-uitstoot. Een eventuele vergoeding van de werkgever moet van deze kosten worden afgetrokken;
- De kosten van jouw bureauruimte thuis: wanneer
je thuis een (bureau)ruimte gebruikt om te werken mag je een gedeelte van de
aankoopwaarde, intresten, huurkosten, energieverbruik, herstellingskosten,
onroerende voorheffing, … inbrengen;
Opletten met huurkosten wanneer je een huis huurt, in de meeste huurcontracten is beroepsmatig gebruik niet toegestaan en kan je de huurkost dus niet inbrengen; - De meubels of toestellen die je nodig hebt om thuis te werken: bureau, printer, computer, …;
- Kosten van kantoormateriaal: papier, balpennen, …;
- Kosten van kranten, tijdschriften of opleidingen die bijdragen aan uw beroepskennis;
Als werkloze heb je geen recht op een forfaitair kostenaftrek, maar kan je wel de vakbondsbijdrage en kosten gemaakt voor een sollicitatie inbrengen.
Wat is nu het meest voordelig: forfait of werkelijke kosten?
In de meeste gevallen is het bewijzen van jouw werkelijke kosten enkel interessant wanneer je met deze kosten boven het forfaitair bedrag uitkomt.
Heb je niet veel kosten dan is duidelijk interessanter om voor het forfait te kiezen. Dit zal het geval zijn voor de meeste loontrekkenden of kleine zelfstandigen en zelfstandigen in bijberoep.
Hou er wel rekening mee dat je de forfaitaire vrijstelling voor de woon-werkvergoeding en de vrijstelling voor de vergoeding openbaar vervoer verliest wanneer je jouw werkelijke kosten bewijst.
De beroepskosten moeten worden ingevuld in code 1258-03 of 2258-70
Heb je hulp nodig bij jouw belastingaangifte? Stuur mij een berichtje via de contactpagina.